8 min

Vignetten zijn korte verhalen over een fictief personage of een fictieve gebeurtenis. In zo’n verhaal wordt het gedrag van het personage in een concrete context geplaatst. Door een vignet te bespreken, kun je de mening van deelnemers over de problemen die in het vignet worden beschreven verkennen. Je onderzoekt hoe de deelnemers zouden handelen als zo’n gebeurtenis zich voordoet, of hoe zij denken dat het geschetste probleem aangepakt zou moeten worden.

tip Het ontwikkelen van een vignet doe je zelf, en dat kan best lastig zijn en kost tijd. Het is daarom aan te bevelen om betrokkenen te vragen mee te denken over de inhoud van vignetten.

De deelnemers kunnen, doordat het over een fictief verhaal gaat, zelf kiezen of zij tijdens het gesprek persoonlijke ervaringen willen delen of niet. Zo worden mogelijk minder sociaal wenselijke antwoorden gegeven. De fictieve verhalen maken de werkvorm geschikt om over gevoelige onderwerpen in gesprek te gaan. De deelnemers kunnen immers zelf kiezen of zij hun persoonlijke ervaringen willen delen.

Het gebruik van vignetten zorgt ervoor dat je direct concreet over een bepaald (deel)onderwerp in gesprek gaat. Door meerdere vignetten te bespreken, kun je onderzoeken of er opvallende factoren zijn die van invloed zijn op de reacties van deelnemers.

Stappenplan

1.

Bedenk het thema waar je meer over wilt weten. Dit kan je onderzoeksvraag zijn, maar de vignetten en het gesprek kunnen ook over een deelvraag gaan.

2.

Ga aan de slag met het ontwikkelen van één of enkele vignetten. De fictieve verhalen kunnen gebaseerd zijn op echte (geanonimiseerde) verhalen, of helemaal verzonnen zijn.

3.

Test de vignetten bij enkele studiegenoten. Wat gebeurt er tijdens het gesprek over de vignetten? Zal dit naar verwachting de informatie opleveren die jullie zoeken, of moeten de vignetten daarvoor nog iets worden aangepast?

4.

Regel de praktische zaken: deelnemers uitnodigen, een geschikte locatie regelen, iets te drinken, zorg ervoor dat je een geluidsopname kan maken, enzovoort. Zorg er ook voor dat de vignetten geprint beschikbaar zijn.

5.

Maak een interviewleidraad. Deze bestaat uit een intro, waarin je de aanpak van de bijeenkomst toelicht, een kern en een afsluiting. Je gebruikt de leidraad tijdens de bijeenkomst.

6.

Tijdens de bijeenkomst kun je een vignet telkens hardop voorlezen, waarna je daar enkele vragen over stelt. Zo kun je 1 voor 1 de vignetten bespreken. De verdiepende vragen heb je vooraf al bedacht en vormen de kern van jouw interviewleidraad. Bespreek tijdens een bijeenkomst minimaal 1 en maximaal 6 vignetten.

7.

Werk na het gesprek zo snel mogelijk je notities en de geluidsopname uit, zodat het gesprek nog vers in je geheugen zit.

Bronnen

Hier vind je de bronnen die we voor de beschrijving van deze werkvorm hebben gebruikt. Daarnaast vind je hier bronnen waarin je meer kunt lezen over de werkvorm, en/of voorbeelden van onderzoek waarin de werkvorm is toegepast.

Goudriaan, H. & Nieuwbeerta, P. (2005). Contextuele invloeden op de bereidheid geweldsdelicten te melden. Een vignettenonderzoek onder middelbare scholieren. Tijdschrift voor Criminologie, 47(3), 269-283.

Kara, H. (2015). Creative Research Methods in the Social Sciences. A practical guide. Bristol: Policy Press.

O’Dell, L, Crafter, S., Abreu, G.de., & Cline, T. (2012). The problem of interpretation in vignette methodology in research with young people. Qualitative Research, 12(6), 702– 714. https://doi.org/10.1177/1468794112439003.

Rumping, S. M., Boendermaker, L. & Fukkink, R. G., (2021). Social interactions among nonparental adults and parents in the neighbourhood: a mixed-method vignette study. European Journal of Social Work. DOI: 10.1080/13691457.2021.1954887.

Andere werkvormen

Terug naar overzicht

1# Photovoice

2# Woordassociaties

3# Wandelgesprekken

5# Focusgroepen

6# Storytelling

7# Stellingen

8# Tekenen

Terug naar overzicht